Schimmelnagels kunnen een wit-gelige, groenige of bruine kleur hebben. Het begint vaak bij de grote teen. Meestal krijgt eerst de zijkant van de nagel een andere kleur, daarna ook de rest van uw nagel. De nagel geurt onaangenaam. De nagel is kwetsbaar, wordt soms dik en brokkelig. Knippen is niet meer gewoon mogelijk. Soms laat de nagel gedeeltelijk of geheel los. Schimmels kunnen aan 1 of enkele nagels zitten, maar ook aan alle nagels. Soms komt het ook voor op handen. Soms is er tegelijk ook een schimmelinfectie van de huid aanwezig (voetschimmel).
De cliënt heeft veel jeuk op de huid. Dat kan eruitzien als kloofjes en schilfering tussen de tenen, of schilfering langs de voetrand en in sommige gevallen overmatig eelt. De voeten hebben dan grijs-witte velletjes (schilfers) en scheurtjes (kloofjes) tussen de tenen. Er kunnen ook plekken met schilfers aan de onderkant of zijkant van de voet zitten met een andere kleur dan uw huidskleur. Bijvoorbeeld lichter, donkerder of rood. Soms zijn er blaasjes aan de zijkanten van de vingers en op de handpalmen (blaasjeseczeem). Dit is een reactie van het lichaam op de schimmelnagels.
Onychopathie is de geneeskundige benaming voor ziekten van de nagel c.q. nagelafwijkingen. Één van die nagelafwijkingen is onychomycose (schimmelnagel). Hoewel er genoeg zichtbare en tastbare kenmerken van een schimmelnagel zijn, kan het niet altijd makkelijk zijn om een schimmelnagel te herkennen. Zo kan bijvoorbeeld een verdikte nagel ook een groeistoornis zijn, die niet veroorzaakt wordt door schimmel, maar door iets anders, bijvoorbeeld door slechte vaten, door ouderdom, door een huidziekte zoals psoriasis.
