Wat houdt het in?

Het hand- en voetsyndroom (in medische taal: palmoplantaire erytrodysesthesie) is een bijwerking van bepaalde soorten chemotherapie of van doelgerichte behandelingen. Het uit zich in huid verschijnselen van de handpalmen en voetzolen (roodheid, zwelling, droogheid, blaren, kloofjes, overgevoeligheid, jeuk, pijn …). De afwijkingen verschijnen binnen dagen, weken of maanden na de aanvang van behandelingen tegen kanker en verdwijnen weer geleidelijk na afloop ervan.

Oorzaken

Bepaalde behandelingen tegen kanker veroorzaken schade aan de bloedvaatjes in de huid van de handen en voeten. Daardoor ontstaat een ontstekingsreactie, de oorzaak van de hierboven beschreven symptomen. Bij chemotherapie ontstaat het hand- en voetsyndroom vooral bij degenen die worden behandeld met 5-FU (5-fluorouracil), UFT™ (combinatie van tegafur en uracil) en Xeloda™ (capecitabine). Maar ook veel andere soorten chemotherapie kunnen de oorzaak zijn (anthracyclines, adriamycine, epirubicine, taxanen, cytarabine …).
Bij gerichte behandelingen hebben vooral de patiënten die sunitinib (Sutent™) of sorafenib (Nexavar™) krijgen kans op het hand- en voetsyndroom .

Stadia

De intensiteit van het hand- en voetsyndroom kan van persoon tot persoon erg verschillen. Er worden drie stadia of graden beschreven.

  • Graad 1: lichte roodheid, zwelling, overgevoeligheid, jeuk, licht branderig gevoel. Zonder invloed op het dagelijkse leven.
  • Graad 2: roodheid, blaren, kloofjes, zwelling, pijn. Zonder grote invloed op het dagelijkse leven.
  • Graad 3: roodheid, blaren, kloofjes, zwelling, hevige pijn, droogheid en vervolgens verdikken en schilferen van de huid. Sterke verstoring van de dagelijkse activiteiten (pijn bij het stappen, moeite met het vastpakken van voorwerpen, …).

 Preventie

Vóór aanvang van de oncologische behandeling

  • Ga een dag of tien voor aanvang van de behandeling naar een podoloog. Het kan nuttig zijn om voorzichtig en preventief eeltplekken te verwijderen die een probleem kunnen vormen in geval van het hand- en voetsyndroom.
  • Dagelijkse en overvloedige hydratatie van de huid met een zalf. Vraag uw oncoloog advies om een geschikte crème te kiezen.

Tijdens de toediening van chemokuren

  • Draag koelende handschoenen en koelende pantoffels tijdens elke chemokuur. De kou vernauwt de bloedvaatjes en vermindert zo de plaatselijke blootstelling aan het medicijn. Overleg met uw oncoloog of deze preventieve maatregel in uw geval te overwegen is.

Tijdens de hele periode van de behandeling tegen kanker

  • Vermijd krappe schoenen en hoge hakken.
  • Vermijd strakke kleding, strakke verbanden of knellende sieraden.
  • Stel uw handen en voeten niet bloot aan ultraviolette straling (zon en zonnebank).
  • Stel uw handen en voeten niet bloot aan extreme warmte en koude.
  • Draag handschoenen en pantoffels om uw handen en voeten te beschermen tegen kou.
  • Gebruik een overvette zeep (zeep verrijkt met vetstoffen) om u dagelijks te wassen.
  • Gebruik overvloedig een geschikte vochtinbrengende crème.

Behandeling

Als het hand- en voetsyndroom optreedt, kunnen een aantal maatregelen voor verlichting van de symptomen zorgen:

  • Laat de huid niet in contact komen met warmtebronnen. Koudwaterbaden voor de handen en voeten kunnen verlichting geven, net zoals een zakje ijsblokjes of het dragen van speciale gekoelde (inleg)zolen.
  • Vermijd alle irritatie van de huid door wrijving (strakke kleding, krappe schoenen, strakke verbanden, of knellende sieraden).
  • Vermijd zware druk op uw handen en voeten (vermijd stappen op blote voeten, joggen of activiteiten waarbij een voorwerp stevig vastgegrepen moet worden).
  • Smeer uw handpalmen en voetzolen voor het slapen gaan in met een dikke laag vochtinbrengende crème en trek vervolgens losse, katoenen handschoenen en kousen aan.

Mochten deze maatregelen niet voldoende zijn, dan is stoppen met de behandeling tegen kanker het uiterste redmiddel. Dit zal alleen worden overwogen in geval van een zeer ernstig hand- en voetsyndroom. Het is echter beter om te zorgen dat het niet zo ver komt, en de patiënt mag in geen geval op eigen initiatief de kankerbehandeling zelf wijzigen.

Twijfel niet om meteen bij het verschijnen van de eerste symptomen (roodheid, zwelling, jeuk, pijn …) met uw oncoloog te overleggen en wacht niet tot het probleem verergert. Hij zal met u alle mogelijkheden overlopen om uw symptomen te verlichten, voordat er wordt besloten om uw behandeling indien nodig aan te passen.